Zaterdag 6 juli representeerden Andrés, Thijs, Patrick en Emiel de club in de 3e divisie. Het werd ons op het hart gedrukt dat we op tijd moesten verzamelen bij teamcaptain Patrick. Vorig jaar in Hellevoetsluis hebben ze kilometers in wetsuit naar het zwemonderdeel moeten rennen om niet te laat te komen voor start. Dat zou ons dit jaar niet gebeuren.
Sjoerd had thuis beloofd ‘alleen even de badmutsen bij die jongens langs te brengen’, maar sprong vervolgens achterin de auto om de hele dag als live verslaggever en mental coach te dienen. En dat laatste hadden we nodig (bedankt thuisfront!).. het weerbericht was namelijk code geel. Windkracht 6, of zelfs hoger direct aan zee. En waar ligt Hellevoetsluis? Juist. Bij de gedachte waaide we al van onze fiets.
Zouden al die diepe carbon velgen niet teveel zijwind vangen? Andrés had zelfs zijn tijdritfiets met dicht achterwiel meegenomen. Zou die wel blijven staan? Er zat niks anders op, alle vier de fietsen op het dak, en fingers crossed.
De spanning in de auto was om te snijden. Wat konden we verwachten? Onderweg op de snelweg belande we af en toe op de vluchtstrook, het was onduidelijk of dat door wind of door de zenuwen van chauffeur Patrick kwam. Of de fietsen in hun geheel de bestemming zouden halen in deze stormachtige tocht konden we gelukkig live volgen via het glazen dak van de auto. Andrés stapte in Hellevoetsluis met een stijve nek uit de auto.
De organisatie had al aangekondigd dat uit veiligheidsoverwegingen het zwemonderdeel niet over de Haringvliet zou gaan, maar in de haven zal zijn. Bij aankomst in Hellevoetsluis bleek waarom. Zelfs in de haven was het water onstuimig, laat staan daarbuiten in het open water van de Haringvliet.
De wisselzone kon vandaag beter “uitwisselzone” heten. Gepositioneerd aan een strandje, en zonder enige beschutting kon je duidelijk geen spullen los laten liggen. De wind zorgde voor een herverdeling van zwembrillen, schoenen en zelfs de fiets van een atleet naast ons maakt een turbulente klap en belanden op de plek van een andere deelnemer. Je kon geen spullen los laten liggen of het waaide weg, goed onthouden dus: tijdens T1 zwembril en badmuts in de tas anders ben je ze kwijt.
Snel omkleden en naar de start wandelen. Windje mee, lekker. Hier golft en stroomt het al redelijk, maar hoe is het straks richting het einde van de haven, die uitmondt in de Haringvliet? Thijs realiseert zich vlak voor de start dat het om een olympische in plaats van een kwart afstand gaat (en hij dus 1500 in plaats van 1000 meter moet zwemmen) – even zakt het figuurlijke lood hem in de schoenen, maar snel vermant hij zichzelf want daar is het startschot al. Gas! Eerst stroming mee, het gaat lekker. Bij de blauwe boei keren. Vanaf nu tegen de stroming in dus, poeh! Hoe dichter we bij de Haringvliet komen, hoe erger de stroming en de golven. Onderweg geven deelnemers op en worden door de organisatie uit het water gehaald. Voorbij de sluis gaat het pas echt op en neer. Word ik nou misselijk? Rustig blijven en doorgaan. Meter voor meter. De golven dicteren het ritme. Daar is het einde! Als 12e uit het water. Blij mee!
Op naar de transitie. Het is een bende, fietsen gevallen, tassen en spullen overal. Aangekomen bij m’n fiets ligt er een zandhoop. Thijs had nog gewaarschuwd, leg je schoenen op z’n kop anders zitten ze straks vol. Ik was eigenwijs en had niet geluisterd, maar hij had absoluut gelijk. Dus nu eerst m’n schoenen ondersteboven om het zand eruit te kloppen. En vervolgens met de fiets in de hand naar de uitgang van parc fermé. Voor het dramatische effect had de organisatie besloten deze een straatlengte verderop te leggen. Ik werd er al weer snel aan herinnerd dat ik mijn fiets met twee handen vast moest houden, anders ging hij de lucht in. De combinatie van de wind en het strand zorgt ervoor dat het voelt alsof je gezandstraald wordt. Het doet gewoon zeer! Ik zie bij sommige fietsen het aluminium achter de verf vandaan komen. Ik probeer weg te kijken van de wind, maar dan waait m’n bril bijna af. In de verte lonkt het einde van de transitie zone. Ik ren verder. Ik kan vast wel even met één hand aan de fiets lopen. Fout gedacht, m’n wiel gaat de lucht in. Twee handen weer dus. Eindelijk, ik ben er. Ik spring op de fietst en daar gaan we!
Het fietsparcours loopt parallel aan de kust. De oplettende lezer heeft het waarschijnlijk al door, dat betekent voornamelijk zijwind. Ik hou m’n hart vast. En m’n stuur trouwens ook. Op de meeste stukken durf ik niet in m’n ligstuur te liggen. Dijkje op, dijkje af. Even in de luwte, en dan weer vol in de wind. We draaien linksaf een tunneltje in. Wow, wat een tegenwind! Ik denk dat als je van boven zou kijken het net op een trechter zou lijken. Ik zie 16kmh op m’n teller, en 250W. Écht? Laat je niet gek maken. Ik kijk om me heen. Niemand haalt me in, voor me blijven ze op dezelfde afstand. Iedereen heeft er natuurlijk last van. Door de windstoten is het onmogelijk om het trapvermogen gelijk te houden. Toch probeer ik het. Het parcours bestaat uit 4 rondjes. Elk rondje gaat het harder waaien. Maar elk rondje krijg ik meer vertrouwen omdat het voorspelbaarder wordt waar je windstoten kunt verwachten, en waar ik dus wel of juist niet m’n ligstuurtje kan gebruiken. Achteraf hoor ik dat Andrés nog een rondje van de zaak heeft gedaan en 2km extra aan het fietsparcours heeft toegevoegd. Wat een liefhebber.
Ik ben blij dat het er op zit. Tijd om te lopen. Eerst weer die lange transitie zone door. Er zijn overal hekken omgewaaid. Het stralen van het zand begint nu echt pijnlijk te worden. Eenmaal bij mijn plek zoek ik naar m’n hardloopschoenen onder een berg zand (tip voor volgend jaar: schepje meenemen!). Ik moet weer aan Thijs denken. Hoe zou het met de rest gaan? Ik was op stap met 3 sterke fietsers, maar ze hebben me niet ingehaald.. Zouden ze nog met het zwemonderdeel bezig zijn?
Rennen. Lekker, eindelijk. Geen last meer van de wind. Fout! Het parcours loopt over de oude vestings muren van de stad. Heel gaaf! Maar vol in de wind dus. Ik duw m’n zwaartepunt tegen de wind in om stabiel te blijven. Ik kom langzaam in m’n ritme. Het kost veel energie. Ik realiseer me dat ik moet plassen. Dat meen je niet! Doen of niet? Toch maar wel. Op een stukje waar het even kan duik ik achter een bruggetje. Plassen met deze wind, geen goed idee. Laat ik het erop houden dat niet alles in het gras terecht is gekomen. Ik ren door, en draai de haven in. Wind schuin van voren. De organisatie ontkent het, maar volgens mij heb ik enkele atleten het water van de haven in zien vallen. Ik loop door, ver voorover leunend tegen de wind in. Ik haal m’n tempo niet, maar ik ben al lang blij dat de finish nadert. Onderweg kom ik de andere mannen één voor één tegen. Ze hebben het ook zwaar, maar buffelen door. Laatste rondje, nog één keer langs de haven. Nog één keer over de vestingstuur. Gelukkig daar is de finish!
Thijs, Patrick en Andrés zijn gelukkig ook uit Clytoneus hout gesneden en finishen knap. Gesloopt. Andrés met bloed op z’n been, gevallen in de wisselzone. Wat een race! Alle deelnemers krijgen een medaille met daarop ‘Hellevoet Hero’. En zo voelen we ons ook!
Tevreden rijden we terug naar huis. Voortaan verwijzen we naar deze wedstrijd als Helsevoetsluis. We verwachten dat het storm zal lopen met de aanmelding voor de editie van volgend jaar (pun intended). We kijken er nu al naar uit!
-Emiel Barten-